woensdag 29 december 2010

En zo is de cirkel weer rond

Toen man en ik in 2000 ons huis verbouwden, lieten we een grote L-vorm aan de achterkant van ons huis aanbouwen. De korte kant tegen het huis aan en de lange poot de tuin in. In die lange poot kwamen een keuken en een bijkeuken. De plek waar eerst de keuken zat werd een soort bijruimte van de woonkamer. De oude keuken was halfopen en hoorde er dus al een beetje bij.

Toen de verbouwing gereed was en de stucadoor zijn werk had gedaan, richtten we deze ruimte in met een tafel, een computer, een fauteuil en geweldig grote antieke kast met boeken. De 'studeerhoek' was een feit. Toen oudste was geboren trok ik me er regelmatig terug om haar de borst te geven. Je zit er tenslotte uit het zicht van de straat.


In 2005 begon ik mijn eigen bedrijf en werd de studeerhoek mijn kantoor. De antieke kast moest plaats maken voor een bureau en een kastenwand (via omzwervingen kwam hij overigens terug en prijkt nu, weliswaar witgeverfd, op Oudstes kamer. Mijn zwager plaatste glas-in-lood-deuren die we lospeuterden van mijn andere zwager. Die had er ooit eens 5 op de kop getikt en er zelf 3 van gebruikt. De overige twee stonden al tijden in onze garage. En waren dus van ons, zo besloten we in al onze wijsheid. Gelukkig ging hij akkoord. Met de deuren dicht kon ik (redelijk) rustig werken als mijn ouders op kwamen passen.


In 2007 besloten man en ik de garage op te offeren voor kantoorruimte in de tuin. Het kantoor in huis kwam dus vrij. Inmiddels hadden we niet één maar twee prachtige kleine meisjes en leek het ons leuk de ruimte in te richten als kinderhoek. Bij I.kea kochten we kinderkastjes en twee mini-poäng fautueiltjes. Een klein tv-tje met ingebouwde dvd-speler maakte het geheel af. De meiden konden zich naar hartelust uitleven in hun hoekje en man en ik konden weer eens rustig het journaal kijken.


Afgelopen maandag ruimden man en ik de vliering op. Daarbij stuitten we op een hoek vol dozen met boeken. 'Ach ja,' zei ik, 'het wordt hoog tijd dat we wat boekenplanken ophangen in de kinderhoek.' We mijmerden wat en kwamen tot de conslusie dat de kinderhoek tegenwoordig eigenlijk vooral een vergaarbak voor speelgoed was geworden. Geen kind dat er nog gaat zitten spelen. Ja, andermans kinderen, die vinden het nog wel prachtig, zo'n apart hoekje.


Spontaan besloten we een 'claim' te 'staken' en de kinderhoek weer in te pikken. We kochten boekenkasten, man sleutelde een paar uurtjes en het inrichten kon beginnen. De cirkel is rond. Een ruimte die begon met boeken en een computer is nu een ruimte met boeken en een computer.
Mooi.
En dan heb ik het nog niet eens over het feest van herkenning bij het uitpakken van de boeken. Alsof je oude geliefden na jaren weer eens treft...

Voor:




Na:






zaterdag 25 december 2010

Voor u



(En vindt u mijn nieuwe layout niet übercool? Ik wel. Namelijk.)

maandag 20 december 2010

Knibbel Knabbel ach-stort-toch-in-elkaar Huisje

En iedere keer opnieuw trap ik er weer in.
Wil ik een leuke moeder zijn en organiseer ik iets leuks om te doen.
Zo dacht ik vandaag gezellig met mijn meiden en mijn oppasmeiden een peperkoekenhuisje te maken.
Ik zag een idyllisch plaatje voor me.
Van kindjes met van dankbaarheid stralende oogjes en van een genietende moeder.

Des-il-lu-sie.

Van te voren legde ik nog uit dat ik alle ingrediënten aan zou leveren op het moment dat ze nodig waren.

Ja mama, maar mag ik nu de poppetjes uitpakken?'
'Nee, mama geeft alles aan zodra je het nodig hebt.'

Nog voor het beslag voor de koek gereed was, was er al herrie in de keet.
Want ze wilden allemaal kloppen en ze wilden allemaal uitrollen. Die ruzie bezweerde ik, de groten mochten het beslag maken en de kleintjes mochten het uitrollen.

'Mama, mag ik nu de poppetjes uitpakken?'
Nee, dan gaan de poppetjes stuk lang voordat de huisjes klaar zijn. Eerst moeten de onderdelen gebakken worden in de oven.

En dan heb je gigantische Boretti en dan nog past er maar één huisje tegelijk in de oven. Kut.

Na 84 keer ‘Zijn ze al klaar?’ waren beide huisjes eindelijk klaar én afgekoeld. Je wilt tenslotte niet in het brandwondencentrum eindigen op de eerstedebeste vakantiedag.

Helaas waren de vormen niet echt herkenbaar meer. Dat die nooit aan elkaar gingen passen, had ik al gezien. Maar goed, ik maakte glazuur en de dames mochten gaan ‘bouwen’.

Wederom ruzie in de tent. ‘Hou ‘m nou eens stil!’ ‘Ja, maar jij bewoog!’ ‘Nietes!’ ‘Welles!’

Zucht....

‘Mama, mag ik nu de poppetjes uitpakken?’
Zeg eens, ben jij achterlijk of zo? Had ik niet gezegd dat IK alles uit zou pakken zodra het nodig was? Pak die kutpoppetjes maar uit en sloop ze voor mijn part!! See if I care! (Nee, dat zei ik natuurlijk niet echt, ik dácht het alleen)

Om een lang verhaal kort te maken: uiteindelijk fröbelden we twee ietwat rommelige peperkoekhuisjes. Om ze daarna meteen weer te slopen en lekker op te eten!




Posted by Picasa

zondag 19 december 2010

Pure verwennerij

Als er twee woorden van toepassing zijn op het blogfeestje van Floor, zijn het deze twee woorden wel. Pure Verwennerij.
Van de ontvangst met koffie en gebak, via de bowlingbaan naar het 4-gangendiner. Pure Verwennerij.
Met cadeautjes voor de winnaars bij het bowlen, met een prachtig gedekte tafel voor al die dames.
Met het zalige diner met gerookte zalm, gegrilde scholfilet met een clubsandwich met groenten, de op-je-tong-smeltende ossenhaas en de tarte tartin met ijs en caramelsaus toe.
Met het oplaten van wensballonnen aan het Veluwemeer, hysterisch lachend omdat er eentje brandend en wel in de struiken belandde.
Met Baileys bij de open haard om weer warm te worden.
En met vanmorgen nog een heerlijk ontbijtje met luxe broodjes en scones.
Alles met zoveel liefde en aandacht voor detail gedaan dat ik Floor vanmorgen vroeg of ze me niet wilde adopteren. In ruil daarvoor zou ik altijd mijn kamer opruimen en zelf de badkamer schoonhouden.
Ik heb me kapót gelachen gisteravond. Echt, ik heb in tijden niet zo'n lol gehad.
En bij het naar huis kregen we, bóvenop dit alles, ook nog eens een tas met cadeautjes mee. Hoe lief is dat?
Lieve Floor, ik heb echt het gevoel dat ik op vakantie ben geweest. Jij en G. zijn geweldig!





zaterdag 18 december 2010

Een typisch geval van: Oooops

Op onze koelkastdeur zat een weekplanner. Zo eentje voor het hele gezin.
Die kocht ik ooit eens bij de Action. U weet wel, voor maar drie euro ofzo.
De bijgeleverde magneetjes bleven niet 'plakken' en de white board marker was al na een dag uitgedroogd dankzij een niet nader te noemen dochter die vergat de dop er op te doen.
De planner hing dus al wéken ongebruikt lelijk te wezen in mijn verder prachtige keuken.
Dus ik besloot: eruit met dat ding.
Voorzichtig trok ik een hoekje los in de hoop het dubbelzijdig plakband ook meteen eraf te trekken.
Ik trok het plakband er inderdaad in één ruk af.
De donkergijze fineer ook.
Ooops.

dinsdag 7 december 2010

Orde van de dag

Nu die ouwe kinderlokker weer op de stoomboot naar Spanje zit, kunnen we eindelijk weer over tot de orde van dag.
Dat dacht ik althans.
Want jongste is ziek thuis.
Zondag al hangering, sinds gisteren echt ziek. Blaffen als een zeehondje en daarbij koorts.
Daar helpt geen paracetamolletje lieve moedertje aan.
Of eigenlijk toch wel, want als thuiswerkende moeder mag ik fijn zorgen voor m'n zieke kroost.
Dat dit de 4e keer in evenzoveel weken is, daar hoort u mij niet over, zei ze knarsetandend.
Dat ze mij aangestoken lijkt te hebben is wel minder.
Want oudste is morgen jarig.
En omdat de meeste van haar tantes, haar opa en oma en de moeder van haar beste vriendin ook op woensdag vrij zijn, leek het me opportuun om het dan morgenmiddag maar te vieren.
Dat scheelt weer een drukke zondagverjaardag, niet dan?
Nu heb ik er een beetje spijt van.
Met de post die staakt, een moeder die gammel is en visite die misschien niet komt als de weeromstandigheden verslechteren, krijgt het kind vast een ge-wel-dige 9e verjaardag.
Kan.niet.anders.

maandag 22 november 2010

Surprise

Nu Oudste in groep 5 zit sluipt het woord surprise ons huis binnen. De lootjes in de klas zijn getrokken. En uiteraard, Oudste trok degene die haar het vaakst pest.
Na een aantal Zeer Ernstige Gesprekken met Oudste en - als het uitkwam - haar beste vriendin heeft ze eindelijk een manier gevonden om de pestkop op te laten houden.
Ik begon nog onschuldig met 'zeg het dan tegen de juf'.
Maar de juf doet er niets aan, Oudste moet het zelf oplossen.
'Waarom pakken ze mij nou altijd,' vroeg Oudste met een sip gezicht.
Omdat ze kwetsbaarheid ruiken als ware het haaien, schat.
Ik adviseerde haar niet te laten merken dat de pesterijen haar pijn doen.
Maar dat lukt niet. Dreigen de pestkop uit het zicht van juf pijn te doen ook niet.
Weer een Zeer Ernstig Gesprek.
Dit keer met een ander vriendinnetje. Die adviseerde om heel hard 'KAPPEN NOU' te gillen. Want bij haar hielp het áltijd, voegde ze er nog aan toe.
Samen oefenden we even.
'Kappen nou,' zei Oudste.
'Nee, lieffie, da's niet boos genoeg,' zei ik.
'Kappen nou,' probeerde ze nog eens.
'Nee, nog te lief.'
'Kappen nou,' blafte Oudste.
'Ja! Zo moet het!', zei ik trots.
Om er aan toe te voegen dat de volgende stap drastischer zou zijn.
'Dan schop je hem maar een keer echt in zijn ballen,' adviseerde ik.
Oudste keek me met grote ogen aan.
Was ik niet degene die altijd, áltijd zei dat je geschillen met woorden op moet lossen?
Ja. Klopt.
Maar ik weiger om Oudste te laten pesten. No matter what, ze gaat niet hetzelfde meemaken als ik. Als ze zo kwetsbaar blijft, wordt ze gepest tot op (of na) de middelbare school.
No way, José!
Gelukkig bleek het niet nodig, 'kappen nou' werkt prima.
Vandaar dat Oudste het geen probleem vindt voor haar treiterkop een surpirse te moeten maken.
Zondag knutselde ze ijverig een telefoon. Er moet nog een oplader bij. Want het scheetkussen past niet in de telefoon. Alleen de chocoladeletter.
Tot ook de oplader klaar is laat ieder gezinslid hier zich regelmatig met tranen op de wangen op het scheetkussen vallen. Die surprise kan nog wel even wachten.

maandag 1 november 2010

And I've got a 'vaantje' to prove it



Zie hier.

Het bewijs dat ik zaterdag de 5 kilometer uitliep.

En dat ik de allerlaatste was die over de finish kwam, dat is niet erg.

Dat ik die 91-jarige zak-met-botten voor me niet eens kon kloppen, doet me hoegenaamd niets.

Niets.

Echt. Niet.

dinsdag 26 oktober 2010

Wát een vent

Gisteren, aan het eind van de middag, ging ik even naar de stad. Ik kon niet verder met m’n werk en vond ik dat ik wel wat had verdiend na een week streng diëten.
Ik ben zo’n dertien kilo te zwaar, namelijk. Dat wil zeggen, als ik uitga van een BMI van 22,5 ben ik 12,6 kilo te zwaar. En een BMI van 22,5 valt, u raadt het al, keurig in het midden van 20 en 25. De range die geldt als een gezond BMI. Een BMI van 22,5 is dus in mijn simpele beleving het aller-gezondst.
Anyway, ik ging naar de stad en liep even binnen bij Miss Etam.
Nee wacht!
Voor u uw jachtgeweer uit het vet trekt om me met een nekschot uit mijn lijden te verlossen: ik kom alleen bij Miss Etam omdat ze daar Extra Lange Spijkerbroeken hebben.
En da’s fijn als je bijna 1.90 meter meet. Helaas zijn de meeste van die spijkerbroeken best truttig. Vandaar dat ik regelmatig even binnenloop in de hoop op een hippe. Spijkerbroek.
En gisteren hing er dan een donkerblauwe, extra lange skinny jeans.
Ik heb er al één in de kast hangen maar die past (nog) niet.
En ik wil er NU één. Nu. Nu. Nu.
En nu heb ik er dus twee. Eén die nu past en één die hopelijk over een paar weken past.
Naast jeans kocht ik nog twee tops en een gebreide tuniek.
Om schoenenwinkels ben ik maar met een grote boog heen gelopen.
Thuisgekomen bedacht ik me, enigszins schuldig, dat het bedrag toch aardig opgelopen was.
En dat Man, heel terecht, best eens commentaar zou kunnen hebben.
Maar wat zei de schat bij het zien van al die tassen?
‘Hé, heb je kleding voor jezelf gekocht? Goed zo, schat, dat heb je wel verdiend…’
En op zo’n moment weet je dan weer precies waarom je al bijna twaalfeneenhalf jaar met die man getrouwd bent, dames.
En zeg nou zelf, het staat me goed:


p.s. Op dit moment ben ik nog precies tien kilo te zwaar. Want er is al 2,6 kilo af!

donderdag 21 oktober 2010

Stupid, stúpid!

Ik dacht efficiënt te zijn. Ik was klaar bij een klant en één afslag verder lag Ikea.
En ik had nog wat diepvriesbakjes nodig. Van die vriesbakjes die ook nog in de magnetron mogen en toch maar € 2,49 kosten.
Maar ik vergat dat het HERSTVAKANTIE is.
En dat het dan HEEL DRUK is bij Ikea.
Omdat de halve wereld zijn kinderen dan in de ballenbak pleurt en rustig voor 1 euro anderhalf uur gaat zitten ontbijten.
Was ik alleen voor mezelf gegaan, dan was ik accuut omgedraaid.
Maar zuslief wilde graag twee opvouwbare wasmanden. En familie laat je niet in de kou staan, hè?
Met zwaar gemoed reed ik dus naar het parkeerdek.
Hoppa, direct een plaatsje gespot. Misschien kwam het toch nog goed, zo dacht ik onnozel.
Like not.
Want toen deed die huppelkut die dubbel geparkeerd stond en dus mijn plekje half bezet hield er een kwartier over om haar kinderen in de gordels te hijsen.
Giechelde die huppelkut een keer en holde nog even naar de auto van haar vriendin om een knuffel terug te geven.
Sloeg een Ikea-meneer op mijn dak omdat ik de boel stond op te houden.
En verdrong ik de behoefte om zowel die huppelkut als die Ikea-meneer op hun bek te slaan.
Huppelkut was inmiddels ingestapt dus ik deelde de Ikea-meneer liefjes mee dat die mevrouw nu eindelijk weg zou rijden.
Waarop ik een grom kreeg. En veel getoeter achter me.
De dikke vinkentering voor ze.
Met een noodvaart sjeesde ik naar binnen, graaide diepvriesbakken, wasmanden en nog wat ehm…. decembercadeautjes bij elkaar.
En reed vlug naar huis, mezelf onderweg voor domme, dómme gans uit makend.
Want iets ergers dan domme gans zeg ik natuurlijk niet tegen mezelf.
Dat zou dom zijn.

woensdag 20 oktober 2010

De uitslag van het borstkankergenonderzoek

Toch wel een beetje zenuwachtig rijden moederlief en ik naar Utrecht.
Naar het UMC om de uitslag van het genonderzoek te horen.
Even terugspoelen.
Ergens in het voorjaar ontdekte ik een knobbel in mijn borst.
Die, godzijdank, onschuldig bleek.
Want ik scheet peeën omdat moederlief járen geleden ook borstkanker had.
Nadat de ergste schrik weggetrokken was, vroeg ik om genonderzoek.
Want hoewel ik het zelf eigenlijk liever niet zou weten, ik heb ook nog twee dochters.
En die twee wil ik, net als iedere moeder, al het leed van de wereld besparen.
En als ik geen drager ben, zijn zij het uiteraard ook niet.
Dus ik naar de geneticus. Die een stamboom uittekende met opa's, oma's, ooms, tantes, neven en nichten. En uiteraard ik, mijn zus, onze kindjes en onze ouders.
Heel de familie kwam langs. En de ziektegeschiedenis van de hele familie.
Want oma had ook kanker, ze hebben alleen nooit de tumor konden vinden.
Twee van oma's zussen overleden vroeg aan kanker. Maar welke soort dat was??
Op basis hiervan besloot de geneticus het onderzoek bij mijn moeder te beginnen.
Dus ook moederlief kreeg een consult en moest bloedprikken.
Het kon lang duren hoor, waarschuwden ze ons nog. Wel tot een half jaar.
Gisteren was het dus zover.
En de uitslag was goed. En raar.
Want moederlief is geen drager van het borstkankergen. HOERA!
Wel vonden ze een onbekende mutatie.
Waarvan 90-95% zeker is dat het geen ziekteveroorzaker is.
Maar 90-95% is geen 100% hè, denk ik dan.
Maar goed, feit is dat moederlief al 17 jaar kankervrij is en dat zegt natuurlijk ook wat.
Bent u er nog?
Uit dit alles trekt de geneticus de conclusie dat áls mijn oma en haar zusters borstkanker hadden, dat ik dan, gezien het feit dat moederlief het zeker weten had, zo'n 24% kans maak op borstkanker. Een gewone vrouw heeft ongeveer 10% kans.
Da's dus wel hoog. Maar met een flinke als want we weten het niet zeker van oma en haar zusters. Blijven deze buiten beschouwing, dan heb ik ongeveer 12% kans.
Het advies is, weer met die grote als, dat ik vanaf mijn veertigste ieder jaar een mammografie laat maken. En vanaf m'n vijftigste meega in het bevolkingsonderzoek.
Maar tussen de regels door proefde ik dat de geleerden de straling van deze onderzoeken eigenlijk niet vinden opwegen tegen de voordelen.
Ja.
Goh.
Ik mag dus zelf beslissen of ik dat wil laten doen. Gelukkig kan ik daar nog twee jaar over nadenken.
Om het lijntje even door te trekken: Oudste en Jongste lopen geen risico. Op basis van deze gegevens. Iedere generatie halveert het risico namelijk. Zij hoeven dus geen preventieve screening te ondergaan.
Behalve als iemand ergens in de familie in de toekomst borstkanker krijgt.
Want dan veranderen alle percentages weer.
Ik ben er een beetje confuus van.

edit 12.50 uur: En blij natuurlijk. Want we hebben geen van allen het gen!

dinsdag 12 oktober 2010

If I could freeze time

We zitten aan het ontbijt als Oudste spontaan een spelletje verzint. Ze spreekt zonder geluid en wij moeten raden wat ze zegt. Jongste en Man doen spontaan mee. Vergenoegd kijk ik om me heen. En bedenk me dat, op dit moment, we allemaal gelukkig zijn. Zonder 'major worries'.
Man heeft het ontzettend naar z'n zin op zijn werk. Hij wordt gewaardeerd en heeft een taak waar hij zich in vast kan bijten. Dat is nog eens iets anders dan meer dan een jaar werkloos thuis zitten.
Oudste zit heerlijk in haar vel na de nodige 'problemen' vorig schooljaar. De faalangstraining lijkt vruchten af te werpen en dit jaar heeft ze een juf die haar zó goed in de smiezen heeft dat ik er zelf nog een puntje aan kan zuigen.
En Jongste? Die is gewoon Jongste en huppelt vrolijk door het leven. Geniet van groep 3 en is nu al één van de lievelingetjes van de juf.
Als het kon bevroor ik de tijd. Hier en nu.
De strontluiers, peuterpubertijd en zindelijkheidstraining liggen achter ons.
De pubertijd nog ver voor ons.
Ja.
Als ik kon bevroor ik de tijd.

vrijdag 1 oktober 2010

Klein geluk

Het is pas acht uur als ik de deur achter me dichttrek.
Man is thuis, die neemt de meiden voor z'n rekening zodat ik lekker vroeg kan vertrekken.
Ik loop me twee minuten warm en begin dan aan het echte werk: de 5 kilometer.
Ik kijk om me heen en prijs mezelf gelukkig dat ik in zo'n mooi dorp woon.
Waar ik al na 2 straten omringd word door weilanden.
De mist hangt laag over de weilanden en de zon geeft alles een prachtige gloed.
Uit de mist duikt incidenteel een koeienkop of -kont op.
Na een kilometer ren ik de dijk op. Het loopt lekker vandaag.
Ik geniet van mijn omgeving, helemaal als ik bij 3 km de rivier zie.
Ik kan uren kijken naar water.
Vooral op een windstille, zonnige ochtend. Als het water spiegelglad is met erboven dunne flarden mist.
Spijtig zeg ik de rivier gedag en draai me weer om.
Als ik op 5 km zit, besluit ik gewoon door te rennen. Het is nog een aardig stukje naar huis. Genietend plak ik de 6e km er achter aan.
Thuis serveert Man me een dampende cappuccino.
'Zes kilometer?,' vraagt hij. 'Als ik zes kilometer moet, pak ik de auto!'
Onbedaarlijk schieten we in de lach.

donderdag 30 september 2010

De moederspagaat



Ik zou vanmorgen lekker een rondje gaan hardlopen.
Ik zou vanmiddag naar een bijeenkomst over de nieuwe werkkostenregeling gaan.
Maar Oudste is ziek.
‘En ik zou lekker gaan lopen en vanmiddag naar een belangrijke info-vergadering gaan,’ mompel ik verbolgen tegen mijn spiegelbeeld.
‘Maar dit is nou precies de reden waarom voor je jezelf begonnen bent,’ zegt Man droogjes.
Is ook zo, ik wil er altijd, altijd voor mijn kinderen zijn.
Maar toch wekt het wrevel op dat ik weer degene ben die haar plannen aan moet passen.
Dat ik nu niet in een moederspagaat lig omdat ik over mijn eigen tijd kan beschikken, daar ga ik maar even aan voorbij.
Oh yes, martyrship suits me well.

woensdag 29 september 2010

It's gonna be a very good day



Een heel goede dag, mag ik wel zeggen.
Technisch gesproken is iedere dag dat de hond niet in de keuken gescheten heeft een goede dag.
Want vandaag is de werkster terug van vakantie.
Zodat mijn in twee weken totaal verslonsde huis er over een paar uur weer piekfijn uit zal zien.
In mijn optimisme dacht ik nog mooi, dat scheelt weer € 100 ‘dat houd ik zelf wel even bij. Op woensdagmiddag ben ik tenslotte vrij.'
Op vrijdagmiddag ook maar dan staan er paardrij- en zwemlessen op het program dus dat werd hem niet.
Maar die woensdagmiddag kwam. En ging.
En ik had totaal geen zin in dat focking huishouden het druk met andere zaken.
Iets met aandacht voor de kinderen enzo.
En die berg strijkgoed die hard om een heet strijkijzer riep.
Met andere woorden, ik deed geen zak.
Trok een keer of wat de stofzuiger door de hut en verklaarde mezelf tot Goede Huisvrouw.
Wreef eens in m’n handen en dook op de bank met een boek en een pot thee.
Dit weekend begonnen zelfs de kinderen opmerkingen te maken als ‘Mam, moet je niet eens schoonmaken?’
Geen idee trouwens waarom ze zich daarvoor tot mij wenden.
Ik bedoel, ze hebben toch ook een vader?
Maar anyway, vanmiddag is de hut weer schoon.
En kan ik met een gerust hart weer op de bank gaan liggen lezen.