dinsdag 26 oktober 2010

Wát een vent

Gisteren, aan het eind van de middag, ging ik even naar de stad. Ik kon niet verder met m’n werk en vond ik dat ik wel wat had verdiend na een week streng diëten.
Ik ben zo’n dertien kilo te zwaar, namelijk. Dat wil zeggen, als ik uitga van een BMI van 22,5 ben ik 12,6 kilo te zwaar. En een BMI van 22,5 valt, u raadt het al, keurig in het midden van 20 en 25. De range die geldt als een gezond BMI. Een BMI van 22,5 is dus in mijn simpele beleving het aller-gezondst.
Anyway, ik ging naar de stad en liep even binnen bij Miss Etam.
Nee wacht!
Voor u uw jachtgeweer uit het vet trekt om me met een nekschot uit mijn lijden te verlossen: ik kom alleen bij Miss Etam omdat ze daar Extra Lange Spijkerbroeken hebben.
En da’s fijn als je bijna 1.90 meter meet. Helaas zijn de meeste van die spijkerbroeken best truttig. Vandaar dat ik regelmatig even binnenloop in de hoop op een hippe. Spijkerbroek.
En gisteren hing er dan een donkerblauwe, extra lange skinny jeans.
Ik heb er al één in de kast hangen maar die past (nog) niet.
En ik wil er NU één. Nu. Nu. Nu.
En nu heb ik er dus twee. Eén die nu past en één die hopelijk over een paar weken past.
Naast jeans kocht ik nog twee tops en een gebreide tuniek.
Om schoenenwinkels ben ik maar met een grote boog heen gelopen.
Thuisgekomen bedacht ik me, enigszins schuldig, dat het bedrag toch aardig opgelopen was.
En dat Man, heel terecht, best eens commentaar zou kunnen hebben.
Maar wat zei de schat bij het zien van al die tassen?
‘Hé, heb je kleding voor jezelf gekocht? Goed zo, schat, dat heb je wel verdiend…’
En op zo’n moment weet je dan weer precies waarom je al bijna twaalfeneenhalf jaar met die man getrouwd bent, dames.
En zeg nou zelf, het staat me goed:


p.s. Op dit moment ben ik nog precies tien kilo te zwaar. Want er is al 2,6 kilo af!

donderdag 21 oktober 2010

Stupid, stúpid!

Ik dacht efficiënt te zijn. Ik was klaar bij een klant en één afslag verder lag Ikea.
En ik had nog wat diepvriesbakjes nodig. Van die vriesbakjes die ook nog in de magnetron mogen en toch maar € 2,49 kosten.
Maar ik vergat dat het HERSTVAKANTIE is.
En dat het dan HEEL DRUK is bij Ikea.
Omdat de halve wereld zijn kinderen dan in de ballenbak pleurt en rustig voor 1 euro anderhalf uur gaat zitten ontbijten.
Was ik alleen voor mezelf gegaan, dan was ik accuut omgedraaid.
Maar zuslief wilde graag twee opvouwbare wasmanden. En familie laat je niet in de kou staan, hè?
Met zwaar gemoed reed ik dus naar het parkeerdek.
Hoppa, direct een plaatsje gespot. Misschien kwam het toch nog goed, zo dacht ik onnozel.
Like not.
Want toen deed die huppelkut die dubbel geparkeerd stond en dus mijn plekje half bezet hield er een kwartier over om haar kinderen in de gordels te hijsen.
Giechelde die huppelkut een keer en holde nog even naar de auto van haar vriendin om een knuffel terug te geven.
Sloeg een Ikea-meneer op mijn dak omdat ik de boel stond op te houden.
En verdrong ik de behoefte om zowel die huppelkut als die Ikea-meneer op hun bek te slaan.
Huppelkut was inmiddels ingestapt dus ik deelde de Ikea-meneer liefjes mee dat die mevrouw nu eindelijk weg zou rijden.
Waarop ik een grom kreeg. En veel getoeter achter me.
De dikke vinkentering voor ze.
Met een noodvaart sjeesde ik naar binnen, graaide diepvriesbakken, wasmanden en nog wat ehm…. decembercadeautjes bij elkaar.
En reed vlug naar huis, mezelf onderweg voor domme, dómme gans uit makend.
Want iets ergers dan domme gans zeg ik natuurlijk niet tegen mezelf.
Dat zou dom zijn.

woensdag 20 oktober 2010

De uitslag van het borstkankergenonderzoek

Toch wel een beetje zenuwachtig rijden moederlief en ik naar Utrecht.
Naar het UMC om de uitslag van het genonderzoek te horen.
Even terugspoelen.
Ergens in het voorjaar ontdekte ik een knobbel in mijn borst.
Die, godzijdank, onschuldig bleek.
Want ik scheet peeën omdat moederlief járen geleden ook borstkanker had.
Nadat de ergste schrik weggetrokken was, vroeg ik om genonderzoek.
Want hoewel ik het zelf eigenlijk liever niet zou weten, ik heb ook nog twee dochters.
En die twee wil ik, net als iedere moeder, al het leed van de wereld besparen.
En als ik geen drager ben, zijn zij het uiteraard ook niet.
Dus ik naar de geneticus. Die een stamboom uittekende met opa's, oma's, ooms, tantes, neven en nichten. En uiteraard ik, mijn zus, onze kindjes en onze ouders.
Heel de familie kwam langs. En de ziektegeschiedenis van de hele familie.
Want oma had ook kanker, ze hebben alleen nooit de tumor konden vinden.
Twee van oma's zussen overleden vroeg aan kanker. Maar welke soort dat was??
Op basis hiervan besloot de geneticus het onderzoek bij mijn moeder te beginnen.
Dus ook moederlief kreeg een consult en moest bloedprikken.
Het kon lang duren hoor, waarschuwden ze ons nog. Wel tot een half jaar.
Gisteren was het dus zover.
En de uitslag was goed. En raar.
Want moederlief is geen drager van het borstkankergen. HOERA!
Wel vonden ze een onbekende mutatie.
Waarvan 90-95% zeker is dat het geen ziekteveroorzaker is.
Maar 90-95% is geen 100% hè, denk ik dan.
Maar goed, feit is dat moederlief al 17 jaar kankervrij is en dat zegt natuurlijk ook wat.
Bent u er nog?
Uit dit alles trekt de geneticus de conclusie dat áls mijn oma en haar zusters borstkanker hadden, dat ik dan, gezien het feit dat moederlief het zeker weten had, zo'n 24% kans maak op borstkanker. Een gewone vrouw heeft ongeveer 10% kans.
Da's dus wel hoog. Maar met een flinke als want we weten het niet zeker van oma en haar zusters. Blijven deze buiten beschouwing, dan heb ik ongeveer 12% kans.
Het advies is, weer met die grote als, dat ik vanaf mijn veertigste ieder jaar een mammografie laat maken. En vanaf m'n vijftigste meega in het bevolkingsonderzoek.
Maar tussen de regels door proefde ik dat de geleerden de straling van deze onderzoeken eigenlijk niet vinden opwegen tegen de voordelen.
Ja.
Goh.
Ik mag dus zelf beslissen of ik dat wil laten doen. Gelukkig kan ik daar nog twee jaar over nadenken.
Om het lijntje even door te trekken: Oudste en Jongste lopen geen risico. Op basis van deze gegevens. Iedere generatie halveert het risico namelijk. Zij hoeven dus geen preventieve screening te ondergaan.
Behalve als iemand ergens in de familie in de toekomst borstkanker krijgt.
Want dan veranderen alle percentages weer.
Ik ben er een beetje confuus van.

edit 12.50 uur: En blij natuurlijk. Want we hebben geen van allen het gen!

dinsdag 12 oktober 2010

If I could freeze time

We zitten aan het ontbijt als Oudste spontaan een spelletje verzint. Ze spreekt zonder geluid en wij moeten raden wat ze zegt. Jongste en Man doen spontaan mee. Vergenoegd kijk ik om me heen. En bedenk me dat, op dit moment, we allemaal gelukkig zijn. Zonder 'major worries'.
Man heeft het ontzettend naar z'n zin op zijn werk. Hij wordt gewaardeerd en heeft een taak waar hij zich in vast kan bijten. Dat is nog eens iets anders dan meer dan een jaar werkloos thuis zitten.
Oudste zit heerlijk in haar vel na de nodige 'problemen' vorig schooljaar. De faalangstraining lijkt vruchten af te werpen en dit jaar heeft ze een juf die haar zó goed in de smiezen heeft dat ik er zelf nog een puntje aan kan zuigen.
En Jongste? Die is gewoon Jongste en huppelt vrolijk door het leven. Geniet van groep 3 en is nu al één van de lievelingetjes van de juf.
Als het kon bevroor ik de tijd. Hier en nu.
De strontluiers, peuterpubertijd en zindelijkheidstraining liggen achter ons.
De pubertijd nog ver voor ons.
Ja.
Als ik kon bevroor ik de tijd.

vrijdag 1 oktober 2010

Klein geluk

Het is pas acht uur als ik de deur achter me dichttrek.
Man is thuis, die neemt de meiden voor z'n rekening zodat ik lekker vroeg kan vertrekken.
Ik loop me twee minuten warm en begin dan aan het echte werk: de 5 kilometer.
Ik kijk om me heen en prijs mezelf gelukkig dat ik in zo'n mooi dorp woon.
Waar ik al na 2 straten omringd word door weilanden.
De mist hangt laag over de weilanden en de zon geeft alles een prachtige gloed.
Uit de mist duikt incidenteel een koeienkop of -kont op.
Na een kilometer ren ik de dijk op. Het loopt lekker vandaag.
Ik geniet van mijn omgeving, helemaal als ik bij 3 km de rivier zie.
Ik kan uren kijken naar water.
Vooral op een windstille, zonnige ochtend. Als het water spiegelglad is met erboven dunne flarden mist.
Spijtig zeg ik de rivier gedag en draai me weer om.
Als ik op 5 km zit, besluit ik gewoon door te rennen. Het is nog een aardig stukje naar huis. Genietend plak ik de 6e km er achter aan.
Thuis serveert Man me een dampende cappuccino.
'Zes kilometer?,' vraagt hij. 'Als ik zes kilometer moet, pak ik de auto!'
Onbedaarlijk schieten we in de lach.